The Native Circle.

Mitayue Oyasin.

Het Wilde Westen.

Woedend kwam Kleine Veer de wigwam van zijn vader binnenstuiven. "Daar zijn die cowboys weer!", schreeuwde hij. "Ze jagen al onze buffels weg met hun geschreeuw tegen die koeien van ze! Ik ga er wat aan doen!" Zijn vader, Grote Veer, vond dat toch niet zo’n goed idee. Zo’n kleine jongen, ook al was Kleine Veer dan al bijna 10 jaar, die kon toch niets tegen zo’n stelletje cowboys doen. Ze zouden hem nog omver rijden! Maar Kleine Veer was vastbesloten. Hij rende naar buiten met zijn pijl en boog en ging achter een schuurtje staan. Toen één van de cowboys, hij werd Jim genoemd, op zijn paard langs de schuur stoof, richtte Kleine Veer zijn wapen en schoot een pijl af op de cowboy. En laat die pijl nou nog raak zijn ook! Jim de kreeg de pijl precies in zijn wang. Au, dat deed pijn! Gelukkig was Kleine Veer nog niet ze erg sterk, zodat de pijl alleen maar een klein sneetje in Jim’s wang had gemaakt. Maar evengoed was Jim kwaad. Hij reed een rondje naar Kleine Veer toe, hing helemaal aan de zijkant van zijn paard, stak zijn arm uit rond het middel van Kleine Veer en plukte hem van de grond. Hij zette hem voor zich op zijn paard en draafde weg van het indianen dorp.

Toen Jim een goed uur gereden had, zei hij: "Kleine aap, dat doe je niet meer, hè! Deze keer kom je er nog goed van af - je zult alleen terug moeten lopen - maar als je weer zulke streken uithaalt, dan zwaait er wat voor je!" Kleine Veer werd op de grond gezet en hij begon aan de wandeling terug. Nou was dat niet zo moeilijk, want de hele kudde koeien was ook meegetrokken met de cowboys. Kleine Veer hoefde alleen maar het platgetrapte gras en de koeienvlaaien te volgen om weer thuis te komen. Hij zette er flink de pas in en na een paar uur was hij weer thuis. Hij vertelde zijn vader, Grote Veer, wat er was gebeurd. Die zei: "Als je cowboys wilt wegjagen, dan kan je dat nooit in je eentje! Dan moet je er voor zorgen, dat er heel wat Indianen meedoen!"

Daar moest Kleine Veer eens over nadenken. De dagen daarna was hij erg druk. Hij liep van indianendorp naar indianendorp. Overal praatte hij met de Indianen daar. Hij vertelde wat er met hem was gebeurd en wat zijn vader had gezegd. Heel veel Indianen voelden er wel wat voor, om de cowboys eens en voor altijd weg te jagen. Ze spraken af, dat wanneer iemand in de gaten kreeg, dat de cowboys weer in aantocht waren, er meteen alarm zou klinken. Dan zou er een afgesproken ritme op een trommel worden geslagen: "POM pom pom POM". Een harde slag, dan twee wat zachtere en dan weer een harde en dat achter elkaar. Iedereen zou dan met zijn speer of pijl en boog naar het dorp gaan waarvandaan werd getrommeld en samen zouden ze die cowboys wel eens een lesje leren.

Dagen lang gebeurde er niets! De cowboys waren met hun kuddes nog ver van hun dorp verwijderd. Maar twaalf dagen na het avontuur van Kleine Veer gebeurde het. Plotseling klonk er vanuit het Oosten: "POM pom pom POM". Alle mannen en grote jongen stormden met hun wapens naar het indianendorp waar het geluid vandaan kwam. Heel in de verte zag je al een stofwolk, gemaakt door al die koeienpoten. De Indianen konden al zien hoe de kudde hun dorp zou binnenkomen. Snel stelden de Indianen legers zich op aan weerskanten van het dorp, achter een rij heuvels.

Toen de cowboys met hun enorme kudde koeien door het dorp waren getrokken werden ze opeens aangevallen. Een regen van pijlen en speren kwam op hen neer! Al heel gauw reed er geen cowboy meer op een paard! Allemaal liepen ze gewond rond of ze lagen op de grond te kermen. Van de Indianen was iedereen nog kerngezond! De cowboys waren zo verrast geweest, dat er geen een had teruggeschoten.

Als een horde paarden holden de Indianen van de heuvel af naar de gewonde cowboys toe. Alle cowboys werden bij elkaar gedreven en naar een grote wigwam in het dorp gebracht. De grootste cowboy (dat was die Jim weer!) zei: "En nou gaan jullie ons zeker gewoon afslachten!" Maar nee, dat wilden de Indianen niet. Hun medicijnman verzorgde alle wonden en na twee weken kon elke cowboy weer lopen. Het opperhoofd Zwarte Adelaar sprak tegen ze: "Wanneer jullie weer met jullie kuddes dwars door onze dorpen trekken, onze buffels wegjagen en onze groenten vertrappen, dan vallen er doden. En niet bij ons Indianen! Als ik jullie was, dan trok ik in het vervolg maar wijd om de indianendorpen heen! Dan hebben wij geen last van jullie en het is beter voor jullie gezondheid!" En die afspraak zijn de cowboys nagekomen.

Wil je dit verhaal graag hebben, klik dan op de link hier naast (klik hier), je krijgt dan een pdf-bestand dat je kunt opslaan.

Opbellen
E-mail